Übersetzungen für „ventster“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ven·ster <venster|s> [vɛnstər] SUBST nt ook comput.

venster

Fenster nt

getraliede vensters

Gitterfenster Pl

een venster dat op de straat uitziet

ein Fenster zur Straße (hin)

vecht·ster <vechtster|s> [vɛxtstər] SUBST f

vechtster weibliche Form von vechter

Siehe auch: vechter

vech·ter <vechter|s> [vɛxtər] SUBST m

1. vechter (iem die taai volhoudt):

vechter

Kämpfernatur f

2. vechter (iem die vecht):

vechter

Kämpfer m

ven·ter <venter|s> [vɛntər] SUBST m

venter (huis aan huis)

Hausierer m

venter (langs de weg)

Straßenhändler m

ge·niet·ster SUBST f

genietster weibliche Form von genieter

Siehe auch: genieter

ge·nie·ter <genieter|s> [ɣənitər] SUBST m

genieter

Genießer m

kerst·ster <kerstster|ren> [kɛrstɛr] SUBST f

1. kerstster (kerstversiering):

kerstster

Weihnachtsstern m

2. kerstster (sierplant):

kerstster

Weihnachtsstern m

kerstster

Poinsettie f form

be·zit·ster SUBST f

bezitster weibliche Form von bezitter

Siehe auch: bezitter

be·zit·ter <bezitter|s> [bəzɪtər] SUBST m

bezitter

Besitzer m

pleit·ster <pleitster|s> [plɛɪtstər] SUBST f

pleitster weibliche Form von pleiter

Siehe auch: pleiter

plei·ter <pleiter|s> [plɛitər] SUBST m

pleiter (advocaat)

Anwalt m

pleiter (advocaat)

Verteidiger m

spot·ster SUBST f

spotster weibliche Form von spotter

Siehe auch: spotter

spot·ter <spotter|s> [spɔtər] SUBST m

1. spotter (grapjas):

spotter

Spötter m

2. spotter (observeerder):

spotter

Spotter m

spotter

Beobachter m

lift·ster SUBST f

liftster weibliche Form von lifter

Siehe auch: lifter

lif·ter <lifter|s> [lɪftər] SUBST m

lifter

Anhalter m

lifter

Tramper m

ven·ti·la·tor <ventilator|s, ventilator|en> [vɛntilatɔr] SUBST m

ventilator

Ventilator m

ven·ti·le·ren <ventileerde, h. geventileerd> [vɛntilerə(n)] VERB trans

1. ventileren (de lucht verversen):

ventileren

lüften

ventileren

ventilieren form

2. ventileren (uiten):

ventileren

kundgeben

ventileren

kundtun

sprint·ster <sprintster|s> [sprɪn(t)stər] SUBST f

sprintster weibliche Form von sprinter

Siehe auch: sprinter

sprin·ter <sprinter|s> [sprɪntər] SUBST m

1. sprinter (persoon):

sprinter

Sprinter m

2. sprinter (trein):

sprinter

Schnellbahn f

af·zet·ster SUBST f

afzetster weibliche Form von afzetter

Siehe auch: afzetter

af·zet·ter <afzetter|s> [ɑfsɛtər] SUBST m

afzetter

Betrüger m

pacht·ster SUBST f

pachtster weibliche Form von pachter

Siehe auch: pachter

pach·ter <pachter|s> [pɑxtər] SUBST m

pachter

Pächter m

sport·ster <sportster|s> [spɔrtstər] SUBST f

sportster weibliche Form von sporter

Siehe auch: sporter

spor·ter <sporter|s> [spɔrtər] SUBST m

sporter

Sportler m

ven·ster·bank <vensterbank|en> [vɛnstərbɑŋk] SUBST f

vensterbank

Fensterbank f

vensterbank

Fensterbrett nt

ven·ster·ruit <vensterruit|en> [vɛnstərœyt] SUBST f

vensterruit

Fensterscheibe f

bet·weet·ster SUBST f

betweetster weibliche Form von betweter

Siehe auch: betweter

bet·we·ter <betweter|s> [bɛtwetər] SUBST m

betweter

Besserwisser m

voor·zit·ster SUBST f

voorzitster weibliche Form von voorzitter

Siehe auch: voorzitter

voor·zit·ter <voorzitter|s> [vorzɪtər] SUBST m

1. voorzitter (iem die een vergadering leidt):

voorzitter

Vorsitzende(r) m

2. voorzitter (leider van een verenigingsbestuur, partij):

voorzitter

Vorsitzende(r) m

voorzitter

Präsident m

de fungerende voorzitter

der amtierende [o. geschäftsführende] Vorsitzende

voor·vecht·ster SUBST f

voorvechtster weibliche Form von voorvechter

Siehe auch: voorvechter

voor·vech·ter <voorvechter|s> [vorvɛxtər] SUBST m

voorvechter

Vorkämpfer m

voorvechter

Verfechter m

een voorvechter van de vrede

ein Kämpfer für den Frieden