Übersetzungen für „verrijken“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ver·rij·ken <verrijkte, h. verrijkt> [vərɛikə(n)] VERB trans

1. verrijken (rijker maken):

verrijken

bereichern

zich verrijken ten koste van een ander

sich auf Kosten eines andern bereichern

2. verrijken (isotopen):

verrijken

anreichern

uranium verrijken

Uran anreichern

Beispielsätze für verrijken

uranium verrijken

Uran anreichern

zich verrijken ten koste van een ander

sich auf Kosten eines andern bereichern