Niederländisch » Deutsch

ren·sport [rɛnspɔrt] SUBST f geen Pl

wa·ter·sport [watərspɔrt] SUBST f geen Pl

wa·ren·wet [warə(n)wɛt] SUBST f geen Pl

wa·rem·pel [warɛmpəl] ADV

baan·sport <baansport|en> [banspɔrt] SUBST f (wielersport)

roei·sport [rujspɔrt] SUBST f geen Pl

trans·port <transport|en> [trɑnspɔrt] SUBST nt

2. transport (keer dat vervoer plaats heeft):

3. transport (boekhouden):

4. transport jur.:

6. transport (kosten van vervoer):


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski