Übersetzungen für „wereldkampioene“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

we·reld·kam·pi·oen <wereldkampioen|en> [werəltkɑmpijun] SUBST m

wereldkampioen

Weltmeister m

we·reld·kam·pi·oen·schap <wereldkampioenschap|pen> [werəltkɑmpijunsxɑp] SUBST nt

1. wereldkampioenschap (titel):

wereldkampioenschap

Weltmeisterschaft f

wereldkampioenschap

Weltmeistertitel m

2. wereldkampioenschap (competitie):

wereldkampioenschap

Weltmeisterschaft f

de wereldkampioenschappen voetbal

die Fußballweltmeisterschaft

wie·ler·kam·pi·oe·ne SUBST f

wielerkampioene weibliche Form von wielerkampioen

Siehe auch: wielerkampioen

wie·ler·kam·pi·oen <wielerkampioen|en> [wilərkɑmpijun] SUBST m

wielerkampioen

Radrennmeister m