Übersetzungen für „betriebsstörend“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

be·ˈtriebs·ei·gen ADJ

betriebseigen

van het bedrijf

betriebseigen

bedrijfs-

be·ˈtriebs·be·reit ADJ

betriebsbereit

bedrijfsklaar

be·ˈtriebs·fer·tig ADJ

betriebsfertig

bedrijfsklaar

Be·ˈtriebs·still·le·gung SUBST f

Betriebsstilllegung

bedrijfssluiting

Be·ˈtriebs·schluss SUBST m

Betriebsschluss

einde nt van het werk

Betriebsschluss

sluiting(stijd)

be·ˈtrieb·sam [bəˈtriːpzaːm] ADJ

betriebsam

bedrijvig

betriebsam

nijver

betriebsam

actief

Be·ˈtriebs·rat SUBST m (Gremium)

Betriebsrat

ondernemingsraad

Be·ˈtriebs·arzt (-ärz·tin) SUBST m (f)

Betriebsarzt (-ärz·tin)

bedrijfsarts m en f

Be·ˈtriebs·wirt(in) SUBST m(f)

Betriebswirt(in)

bedrijfseconoom(bedrijfseconome) m (f)

Be·ˈtrieb·sam·keit <Betriebsamkeit> SUBST f kein Pl

Betriebsamkeit

bedrijvigheid

Betriebsamkeit

drukte