Übersetzungen für „glossograf“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

glos·ˈsie·ren [glɔˈsiːrən] VERB trans

1. glossieren:

glossieren

(be)commentariëren

glossieren

kanttekeningen plaatsen (bij)

2. glossieren:

glossieren

spottende [o. stekelige] opmerkingen maken (over)

3. glossieren LING:

glossieren

glosseren

Fo·to·ˈgraf(in) <Fotografen, Fotografen> [fotoˈgraːf] SUBST m(f)

Fotograf(in)

fotograaf(fotografe) m (f)

Cho·reo·ˈgraf(in) <Choreografen, Choreografen> [koreoˈgraːf] SUBST m(f)

Choreograf(in)

choreograaf(choreografe) m (f)

Seis·mo·ˈgraf, Seis·mo·ˈgraph [-ˈgraːf] <Seismografen, Seismografen> SUBST m GEOL

Seismograf

seismograaf

Ste·no·ˈgraf(in) <Stenografen, Stenografen> [ʃtenoˈgraf] SUBST m(f)

Stenograf(in)

stenograaf(stenografe) m (f)

ˈPres·se·fo·to·graf(in) SUBST m(f)

Pressefotograf(in)

persfotograaf(persfotografe) m (f)

Glos·ˈsar <Glossars, Glossare[o. Glossarien] > [glɔˈsaːɐ̯] SUBST nt

Glossar

glossarium

Glossar LING

lijst van glossen

Glossar LING

verklarende woordenlijst

Geo·ˈgraf(in) <Geografen, Geografen> [geoˈgraːf] SUBST m(f)

Geograf(in)

geograaf(geografe) m (f)

Geograf(in)

aardrijkskundige m en f

Cho·reo·gra·ˈfie <Choreografie, Choreografien> [-graˈfiː, -ˈfiːən] SUBST f

Choreografie

choreografie