Übersetzungen für „kettenware“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈMe·ter·wa·re SUBST f

Meterware

metergoed

ˈKet·ten·sä·ge SUBST f

Kettensäge

kettingzaag

ˈMar·ken·wa·re SUBST f

Markenware

merkartikel

ˈket·ten [ˈkɛtn̩] VERB trans

1. ketten (mit einer Kette befestigen):

ketten

ketenen

ketten

boeien

2. ketten übtr (fest binden):

ketten

binden

ketten

ketenen

ketten

vastmaken

ketten

vastleggen

sich an jdn ketten

zich aan iem vastklampen

ˈFer·tig·wa·re SUBST f

Fertigware

afgewerkt product nt

Fertigware

eindproduct nt

ˈSei·ler·wa·re SUBST f meist Pl

Seilerware

touw(waren)

Seilerware

touwwerk nt

ˈKet·ten·fahr·zeug SUBST nt

Kettenfahrzeug

rupsvoertuig nt

ˈKet·ten·brief SUBST m

Kettenbrief

kettingbrief

ˈKet·ten·glied SUBST nt

Kettenglied

schakel

Kettenglied

schalm