Übersetzungen für „rorschach“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈVor·schau SUBST f

1. Vorschau (Voraussicht):

Vorschau

vooruitziende blik

2. Vorschau:

Vorschau FILM, TV

programmaoverzicht

Vorschau FILM, TV

vooraankondiging

ˈFör·der·schacht SUBST m BERGB

Förderschacht

hijsschacht

ver·ˈscha·chern [fɛɐ̯ˈʃaçɐn] VERB trans ugs

verschachern

versjacheren

Schach <Schachs, Schachs> [ʃax] SUBST nt (Spiel)

Schach

schaak nt

Schach

schaakspel nt

jdm Schach bieten übtr geh

iem het hoofd bieden

dem König Schach bieten/geben

de koning schaak zetten/geven

der König steht [o. ist] im Schach

de koning staat schaak

jdn in Schach halten ugs übtr (Stellung)

iem in bedwang [o. toom] houden

jdn in Schach halten ugs übtr (Stellung)

iem onder controle houden

jdn in Schach halten ugs übtr (Stellung)

iem neutraliseren

Schach spielen

schaken

Schach und matt!

schaakmat!

ver·ˈschach·telt [fɛɐ̯ˈʃaxtl̩t] ADJ

1. verschachtelt (konstruiert):

verschachtelt

in elkaar geschoven

ein kunstvoll verschachtelter Satz

een kunstig geconstrueerde zin [o. periode]

2. verschachtelt übtr (kompliziert):

verschachtelt

gecompliceerd