Übersetzungen für „overbelaste“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ˈüber·be·las·ten VERB trans a. übtr

überbelasten

overbelasten

ˈvor·be·las·tet [ˈfoːɐ̯bəlastət] ADJ

vorbelastet

belast

be·ˈlas·ten VERB trans

1. belasten a. übtr (Last aufladen):

belasten

belasten

2. belasten FIN:

belasten

afschrijven

belasten

debiteren

belasten

belasten

mein Konto wurde zu Unrecht mit 100 Euro belastet

er werd ten onrechte 100 euro van mijn rekening afgeschreven

3. belasten JUR:

belasten

bezwarende verklaringen afleggen voor

belasten

bezwaren

belastende Aussagen/Umstände

bezwarende verklaringen/omstandigheden

ˈun·be·las·tet ADJ

1. unbelastet a. FIN:

unbelastet

onbelast

unbelastet

niet belast

unbelastet (frei)

onbezwaard

2. unbelastet übtr (nicht verdächtig):

unbelastet

(politiek) zuiver (op de graat)

unbelastet

onverdacht

unbelastet

ongecompromitteerd

ˈLeer·tas·te SUBST f COMPUT

Leertaste

spatielat

Leertaste

spatiebalk

Leertaste

spatietoets