Niederländisch » Deutsch

ga·zon <gazon|s> [ɣazɔn] SUBST nt

daar·om [darɔm] ADV

1. daarom (daaromheen):

ge·brom [ɣəbrɔm] SUBST nt geen Pl

2. gebrom (gemopper):

Gemurre nt
Murren nt

waar·om [warɔm] ADV

2. waarom (betrekkelijk; om welke reden):

um +Akk

ge·grom [ɣəɣrɔm] SUBST nt geen Pl

gast·rol <gastrol|len> [ɣɑstrɔl] SUBST f

grom1 [ɣrɔm] SUBST nt geen Pl (ingewand van vis)


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski