Niederländisch » Deutsch

toe·slaan2 <sloeg toe, h. toegeslagen> [tuslan] VERB intr

ge·sla·gen1 [ɣəslaɣə(n)] ADJ

toe·dra·gen1 <droeg toe, h. toegedragen> [tudraɣə(n)] VERB trans (koesteren jegens)

toe·snau·wen <snauwde toe, h. toegesnauwd> [tusnɑuwə(n)] VERB trans


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski