Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „wandeling“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

wan·de·ling <wandeling|en> [wɑndəlɪŋ] SUBST f

1. wandeling:

wandeling (tochtje)
wandeling (door een stad)
een wandeling maken
een wandeling maken

2. wandeling (afstand):

wandeling
Stück nt
wandeling
in de wandeling
in de wandeling

Beispielsätze für wandeling

een wandeling maken
in de wandeling
een verkwikkende wandeling
een flinke wandeling

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski