Übersetzungen für „ader“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ader <ader|s, ader|en> [adər] SUBST f

ader

Ader f

ader (vena)

Vene f

ader (slagader)

Arterie f

Übersetzungen für „ader“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈAder <Ader, Adern> [ˈaːdɐ] SUBST f

1. Ader (Schlagader):

Ader

(bloed)ader

Ader

aar

sich die Adern öffnen geh

zich de polsen doorsnijden [o. opensnijden]

jdn zur Ader lassen

iem aderlaten

jdn zur Ader lassen ugs scherzh

iem laten bloeden [o. geld afzetten]

2. Ader (Begabung) kein Pl:

Ader

aanleg

Ader

begaafdheid

keine Ader für etw haben

geen aanleg voor iets hebben

eine künstlerische Ader haben

artistiek aangelegd zijn

3. Ader:

Ader BIO, GEOL, BERGB, TECH

ader

eine leichte Ader haben

tot lichtzinnigheid neigen

Beispielsätze für ader

de wand van een ader

die Aderwand

artistiek aangelegd zijn

eine künstlerische Ader haben

iem aderlaten

jdn zur Ader lassen

tot lichtzinnigheid neigen

eine leichte Ader haben

geen aanleg voor iets hebben

keine Ader für etw haben