Niederländisch » Deutsch

staats·se·cre·ta·ris <staatssecretaris|sen> [statsɪkrətarɪs] SUBST m

se·cre·ta·ris <secretaris|sen> [sɪkrətarɪs] SUBST m

2. secretaris:

secretaris (gemeentesecretaris: kleinere plaats)
secretaris (gemeentesecretaris: stad)

ge·meen·te·huis <gemeente|huizen> [ɣəmentəhœys] SUBST nt

ge·meen·te·raad <gemeente|raden> [ɣəmentərat] SUBST m

1. gemeenteraad (college):

ge·meen·te·be·drijf <gemeente|bedrijven> [ɣəmentəbədrɛɪf] SUBST nt

ge·meen·te·be·stuur <gemeentebe|sturen> [ɣəmentəbəstyr] SUBST nt

ge·meen·te·po·li·tie [ɣəmentəpoli(t)si] SUBST f geen Pl


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski