Übersetzungen für „nierontsteking“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

keel·ont·ste·king <keelontsteking|en> [kelɔntstekɪŋ] SUBST f

keelontsteking

Halsentzündung f

ont·ste·king <ontsteking|en> [ɔntstekɪŋ] SUBST f

1. ontsteking (aansteking):

ontsteking

Anzünden nt

2. ontsteking med.:

ontsteking

Entzündung f

3. ontsteking (verbrandingsmotor):

ontsteking

Zündung f

4. ontsteking gesch.:

ontsteking

Zünder m

long·ont·ste·king <longontsteking|en> [lɔŋɔntstekɪŋ] SUBST f

longontsteking

Lungenentzündung f

dubbele longontsteking

beidseitige Lungenentzündung f

zelf·ont·ste·king [zɛlfɔntstekɪŋ] SUBST f geen Pl AUTO

zelfontsteking

Selbstzünder m