Übersetzungen für „ijsmeester“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

dijk·mees·ter <dijkmeester|s> [dɛɪkmestər] SUBST m

dijkmeester

Deichaufseher m

bad·mees·ter <badmeester|s> [bɑtmestər] SUBST m

badmeester

Bademeister m

badmeester

Schwimmmeister m

hof·mees·ter <hofmeester|s> [hɔfmestər] SUBST m

hofmeester

Steward m

leer·mees·ter <leermeester|s> [lermestər] SUBST m

leermeester

Lehrer m

leermeester form

Lehrmeister m

rent·mees·ter <rentmeester|s> [rɛntmestər] SUBST m

1. rentmeester (iem die een goed beheert):

rentmeester

Gutsverwalter m

2. rentmeester (administrateur):

rentmeester

Vermögensverwalter m

hek·sen·mees·ter <heksenmeester|s> [hɛksəmestər] SUBST m

heksenmeester

Hexenmeister m

heksenmeester übtr

Tausendkünstler m ugs scherzh

bur·ge·mees·ter <burgemeester|s> [bʏrɣəmestər] SUBST m

burgemeester

Bürgermeister m

burgemeester en wethouders

≈ der Magistrat

burgemeester en schepenen belg

≈ der Magistrat

ha·ven·mees·ter <havenmeester|s> [havə(n)mestər] SUBST m

havenmeester

Hafenmeister m

wacht·mees·ter <wachtmeester|s> [wɑxtmestər] SUBST m

1. wachtmeester gesch.:

wachtmeester

Wachtmeister m

de wachtmeester 1e klasse

der Stabsunteroffizier

2. wachtmeester (rijkspolitie):

wachtmeester

Wachtmeister m

de wachtmeester 1e klasse

der Oberwachtmeister