Übersetzungen für „kerkdorp“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

mer·ken·dorp <merkendorp|en> SUBST nt

merkendorp

Factory-Outlet nt

merkendorp

Direktverkaufsstelle f

kerk·to·ren <kerktoren|s> [kɛrktorə(n)] SUBST m

kerktoren

Kirchturm m

kerk·boek <kerkboek|en> [kɛrɡbuk] SUBST nt

1. kerkboek (boek):

kerkboek

Gebetbuch nt

2. kerkboek (register):

kerkboek

Kirchenbuch nt

kerkboek

Kirchenregister nt

kerk·koor <kerk|koren> [kɛrkor] SUBST nt

1. kerkkoor bouww.:

kerkkoor

Chor m

2. kerkkoor (zangkoor):

kerkkoor

Kirchenchor m

kerkkoor

Kantorei f

kerk·voogd <kerkvoogd|en> [kɛrəkfoxt] SUBST m

1. kerkvoogd rel.:

kerkvoogd

Prälat m

2. kerkvoogd rel.:

kerkvoogd

Kirchenälteste(r) m

kerkvoogd

Presbyter m (für finanzielle Angelegenheiten)

kerk·dienst <kerkdienst|en> [kɛrɡdinst] SUBST m (godsdienstoefening)

kerkdienst

Gottesdienst m

kerk·klok <kerkklok|ken> [kɛrklɔk] SUBST f

1. kerkklok (luiklok):

kerkklok

Kirchenglocke f

2. kerkklok (torenuurwerk):

kerkklok

Kirchturmuhr f

kerk·zang <kerkzang|en> [kɛrəksɑŋ] SUBST m

kerkzang

Kirchengesang m

kerk·be·zoek [kɛrɡbəzuk] SUBST nt geen Pl

kerkbezoek

Kirchenbesuch m

ker·ken·raad <kerken|raden> [kɛrkə(n)rat] SUBST m

1. kerkenraad (vergadering):

kerkenraad

Kirchenvorstandssitzung f

2. kerkenraad (college):

kerkenraad

Kirchenvorstand m

kerkenraad

Presbyterium nt