Übersetzungen für „kerstverlof“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

kerst·roos <kerst|rozen> [kɛrstros] SUBST f

kerstroos

Christrose f

ziek·te·ver·lof <ziektever|loven> [ziktəvərlɔf] SUBST nt

ziekteverlof (tijdens ziekte)

Krankenurlaub m

ziekteverlof (om te herstellen na ziekte)

Erholungsurlaub m

kerst·boom <kerst|bomen> [kɛrstbom] SUBST m

kerstboom

Weihnachtsbaum m

kerstboom

Tannenbaum m

de kerstboom optuigen

den Weihnachtsbaum schmücken

kerst·ster <kerstster|ren> [kɛrstɛr] SUBST f

1. kerstster (kerstversiering):

kerstster

Weihnachtsstern m

2. kerstster (sierplant):

kerstster

Weihnachtsstern m

kerstster

Poinsettie f form

kerst·stol <kerststol|len> [kɛrstɔl] SUBST m

kerststol

Weihnachtsstollen m

kerststol

Christstollen m