Übersetzungen für „misbruikt“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

mis·bruik <misbruik|en> [mɪzbrœyk] SUBST nt

misbruik

Missbrauch m

misbruik wordt gestraft

Missbrauch wird bestraft

misbruik maken van zijn macht

seine Macht missbrauchen

misbruik van recht

Rechtsmissbrauch m

misbruik van vertrouwen

Vertrauensmissbrauch m

mis·brui·ken <misbruikte, h. misbruikt> [mɪzbrœykə(n)] VERB trans

1. misbruiken:

misbruiken (verkeerd gebruikmaken van)

missbrauchen

misbruiken (uitbuiten)

ausnutzen

iems goedheid misbruiken

jds Güte ausnutzen

Gods naam misbruiken

den Namen Gottes missbrauchen

2. misbruiken (verkrachten):

misbruiken

vergewaltigen

on·ge·bruikt [ɔŋɣəbrœykt] ADJ

ongebruikt

unbenutzt

ongebruikt (ongebezigd)

ungenutzt