Niederländisch » Deutsch

pons·strook <pons|stroken> [pɔnstrok] SUBST f

groen·strook <groen|stroken> [ɣrunstrok] SUBST f

2. groenstrook (middenberm):

mid·den·strook <midden|stroken> [mɪdə(n)strok] SUBST f

in·voeg·strook <invoeg|stroken> [ɪnvuxstrok] SUBST f

uit·rij·strook <uitrij|stroken> [œytrɛistrok] SUBST f

moord·zaak <moord|zaken> [mortsak] SUBST f

moord·par·tij <moordpartij|en> [mortpɑrtɛi] SUBST f

rij·strook <rij|stroken> [rɛistrok] SUBST f

film·strook <film|stroken> [fɪləmstrok] SUBST f

kust·strook <kust|stroken> [kʏstrok] SUBST f

kruip·strook SUBST f

kruipstrook → kruipspoor

Siehe auch: kruipspoor

kruip·spoor <kruip|sporen> [krœypspor] SUBST nt


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski