Niederländisch » Deutsch
Meintest du vielleicht: schaamrood , schaakbord , schaamhaar , haagdoorn , schaaldier , schaambeen , schaakster , schaafwond , schaatsen , schaatser und voelhoorn

schaal·dier <schaaldier|en> [sxaldir] SUBST nt

haag·doorn <haagdoorn|s> [haɣdorn] SUBST m

schaam·haar <schaam|haren> [sxamhar] SUBST nt

schaak·bord <schaakbord|en> [sxaɡbɔrt] SUBST nt

schaam·rood [sxamrot] SUBST nt geen Pl

voel·hoorn <voelhoorn|s> [vulhorn] SUBST m

schaat·ser <schaatser|s> [sxatsər] SUBST m

schaat·sen <schaatste, h. geschaatst> [sxatsə(n)] VERB intr

schaaf·wond <schaaf|wonden> [sxafwɔnt] SUBST f

schaak·ster SUBST f

schaakster weibliche Form von schaker

Siehe auch: schaker

scha·ker <schaker|s> [sxakər] SUBST m

1. schaker (schaakspeler):

schaker
Schachspieler m

2. schaker (ontvoerder):

schaker
Entführer m

schaam·been <schaambeen|deren> [sxamben] SUBST nt

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Wörterbücher durchsuchen
Beliebteste