Übersetzungen für „tweedaags“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

twee·de·rangs [twedərɑŋs] ADJ

tweederangs

zweitklassig

tweederangs abw

zweitrangig

al·le·daags <alledaagse, alledaagser, meest alledaags> [ɑlədaxs] ADJ

alledaags

alltäglich

drie·daags [dridaxs] ADJ

driedaags

dreitägig

twee·de·graads [twedəɣrats] ADJ

tweedegraads

zweiten Grades

tweedegraads onderwijsbevoegdheid

≈ Lehrbefähigung für die Unter- und Mittelstufe

eer·daags [erdaxs] ADV

eerdaags

demnächst

eerdaags

bald

een·daags [endaxs] ADJ

1. eendaags (één keer per dag):

eendaags

täglich

een eendaagse buslichting

eine tägliche Briefkastenleerung

2. eendaags (een dag durend):

eendaags

eintägig

zes·daags [zɛzdaxs] ADJ

de zesdaagse

das Sechstagerennen

meer·daags [merdaxs] ADJ

meerdaags

mehrtägig

twee·de·hands [twedəhɑnts] ADJ

tweedehands

aus zweiter Hand

tweedehands

Gebraucht-

tweedehands

Alt-

de tweedehands auto

der Gebrauchtwagen

de tweedehands boekhandel

die antiquarische Buchhandlung

tweedehandse spullen

Altwaren Pl

tweedehandse spullen

Gebrauchtwaren Pl

twee·dracht [twedrɑxt] SUBST f geen Pl

tweedracht

Uneinigkeit f

tweedracht

Zwietracht f form

tweedracht zaaien

Zwietracht säen

he·den·daags [hedə(n)daxs] ADJ

hedendaags

heutig

hedendaags

gegenwärtig

het hedendaagse Duits

das Gegenwartsdeutsch

hedendaagse kunst

zeitgenössische Kunst