Niederländisch » Deutsch

ver·drie·vou·di·gen1 <verdrievoudigde, h. verdrievoudigd> [vərdrivɑudəɣə(n)] VERB trans (driemaal zo groot maken)

ver·de·di·ging <verdediging|en> [vərdedəɣɪŋ] SUBST f

2. verdediging (het pleiten):

3. verdediging (betoog):

5. verdediging SPORT (achterhoede):

Abwehr f

ver·me·nig·vul·di·ging <vermenigvuldiging|en> [vərmenəxfʏldəɣɪŋ] SUBST f

1. vermenigvuldiging (vermeerdering):

3. vermenigvuldiging (voortplanting):

drie·vou·dig [drivɑudəx] ADJ

ver·drin·ging <verdringing|en> [vərdrɪŋɪŋ] SUBST f ook psych.

ver·kon·di·ging <verkondiging|en> [vərkɔndəɣɪŋ] SUBST f


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski