Übersetzungen für „vuurlibel“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

vuur·pijl <vuurpijl|en> [vyrpɛil] SUBST m

vuurpijl

Leuchtrakete f

de klap op de vuurpijl übtr (hoogtepunt)

der Glanzpunkt

de klap op de vuurpijl (meesterstuk)

das Glanzstück

de klap op de vuurpijl ugs (verrassend hoogtepunt)

der Clou

vuur·poel SUBST m

vuurpoel → vuurzee

Siehe auch: vuurzee

vuur·zee <vuurzee|ën> [vyrze] SUBST f

vuurzee

Flammenmeer nt

vuur·proef <vuur|proeven> [vyrpruf] SUBST f

1. vuurproef gesch.:

vuurproef

Feuerprobe f

2. vuurproef übtr:

vuurproef

Feuertaufe f

vuurproef (karakter)

Bewährungsprobe f

de vuurproef doorstaan übtr

die Feuerprobe bestehen

vuur·to·ren <vuurtoren|s> [vyrtorə(n)] SUBST m

vuurtoren

Leuchtturm m

vuur·wa·pen <vuurwapen|s, vuurwapen|en> [vyrwapə(n)] SUBST nt

vuurwapen

Schusswaffe f

vuur·re·gen <vuurregen|s> [vyreɣə(n)] SUBST m

1. vuurregen (regen van vuur):

vuurregen

Feuerregen m

2. vuurregen (kogelregen):

vuurregen

Kugelhagel m