Übersetzungen für „waterbel“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

wa·ter·bed <waterbed|den> [watərbɛt] SUBST nt

waterbed

Wasserbett nt

wa·ter·val <waterval|len> [watərvɑl] SUBST m

waterval

Wasserfall m

praten als een waterval

reden wie ein Wasserfall ugs

wa·ter·weg <waterweg|en> [watərwɛx] SUBST m

waterweg

Wasserstraße f

wa·ter·golf <water|golven> [watərɣɔlf] SUBST f

1. watergolf:

watergolf (golf in het water)

Welle f

watergolf (grote golf)

Woge f

2. watergolf (slag in het haar):

watergolf

Wasserwelle f

wa·ter·merk <watermerk|en> [watərmɛrk] SUBST nt

watermerk

Wasserzeichen nt

wa·ter·po·lo [watərpolo] SUBST nt geen Pl

waterpolo

Wasserball m

wa·ter·dun [watərdʏn] ADJ

waterdun

dünnflüssig

wa·ter·rat <waterrat|ten> [watərɑt] SUBST f ook übtr

waterrat

Wasserratte f

wa·ter·ski <waterski|'s> [watərski] SUBST m

waterski

Wasserski m

wa·ter·ijs [watərɛɪs] SUBST nt geen Pl

waterijs

Fruchteis nt

wa·ter·pas¹ <waterpas|sen> [watərpɑs] SUBST nt of m of f

waterpas

Wasserwaage f

waterpas

Setzwaage f

wa·ter·put <waterput|ten> [watərpʏt] SUBST m

waterput

Brunnen m

waterput

Schöpfbrunnen m

waterput (regenwater)

Zisterne f