Übersetzungen für „woontoren“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

boor·to·ren <boortoren|s> [bortorə(n)] SUBST m

boortoren

Bohrturm m

boortoren mijnw.

Förderturm m

woon·wa·gen <woonwagen|s> [wonwaɣə(n)] SUBST m

woonwagen

Wohnwagen m

koel·to·ren <koeltoren|s> [kultorə(n)] SUBST m

koeltoren

Kühlturm m

woon·keu·ken <woonkeuken|s> [woŋkøkə(n)] SUBST f

woonkeuken

Wohnküche f

wa·ter·to·ren <watertoren|s> [watərtorə(n)] SUBST m

watertoren

Wasserturm m

klok·ken·to·ren <klokkentoren|s> [klɔkə(n)torə(n)] SUBST m

klokkentoren

Glockenturm m

woon·ka·mer <woonkamer|s> [woŋkamər] SUBST f

woonkamer

Wohnzimmer nt

kerk·to·ren <kerktoren|s> [kɛrktorə(n)] SUBST m

kerktoren

Kirchturm m

ver·sto·ren <verstoorde, h. verstoord> [vərstorə(n)] VERB trans

verstoren

stören

het evenwicht verstoren

das Gleichgewicht stören

vuur·to·ren <vuurtoren|s> [vyrtorə(n)] SUBST m

vuurtoren

Leuchtturm m