Übersetzungen für „zelfregulering“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

de·re·gu·le·ring <deregulering|en> [dereɣylerɪŋ] SUBST f

deregulering

Deregulierung f

zelf·op·of·fe·ring <zelfopoffering|en> [zɛlfɔpɔfərɪŋ] SUBST f

zelfopoffering

Selbstaufopferung f

zelf·be·die·ning [zɛlvbədinɪŋ] SUBST f geen Pl

zelfbediening

Selbstbedienung f

zelf·be·heer·sing [zɛlvbəhersɪŋ] SUBST f geen Pl

zelfbeheersing

Selbstbeherrschung f

zelf·be·goo·che·ling SUBST f

zelfbegoocheling → zelfbedrog

Siehe auch: zelfbedrog

zelf·be·drog [zɛlvbədrɔx] SUBST nt geen Pl

zelfbedrog

Selbstbetrug m

zelf·be·stui·ving [zɛlvbəstœyvɪŋ] SUBST f geen Pl plantk.

zelfbestuiving

Selbstbestäubung f

zelf·ont·ste·king [zɛlfɔntstekɪŋ] SUBST f geen Pl AUTO

zelfontsteking

Selbstzünder m

zelf·be·schik·king [zɛlvbəsxɪkɪŋ] SUBST f geen Pl

zelfbeschikking

Selbstbestimmung f

zelf·be·vre·di·ging [zɛlvbəvredəɣɪŋ] SUBST f geen Pl

zelfbevrediging

Selbstbefriedigung f

zelf·over·win·ning [zɛləfovərwɪnɪŋ] SUBST f geen Pl

zelfoverwinning

Selbstüberwindung f

zelf·ver·de·di·ging [zɛlfərdedəɣɪŋ] SUBST f geen Pl

zelfverdediging

Selbstverteidigung f

zelfverdediging jur.

Notwehr f

uit zelfverdediging handelen

in Notwehr handeln

zelf·ver·loo·che·ning [zɛlfərloxənɪŋ] SUBST f geen Pl

zelfverloochening

Selbstverleugnung f

zelf·res·pect [zɛlfrɛspɛkt] SUBST nt geen Pl

zelfrespect

Selbstachtung f

zelf·do·ding [zɛlvdodɪŋ] SUBST f geen Pl

zelfdoding

Selbsttötung f

zelf·ach·ting [zɛləfɑxtɪŋ] SUBST f geen Pl

zelfachting

Selbstachtung f

zelf·moord·nei·ging <zelfmoordneiging|en> [zɛlfmortnɛiɣɪŋ] SUBST f

zelfmoordneiging

Selbstmordgedanken Pl

hij heeft zelfmoordneigingen

er trägt sich mit Selbstmordgedanken