Übersetzungen für „Werkeloosheidswet“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

werk·loos·heid [wɛrkloshɛit] SUBST f geen Pl

werkloosheid

Arbeitslosigkeit f

werk·loos·heids·uit·ke·ring <werkloosheidsuitkering|en> [wɛrkloshɛitsœytkerɪŋ] SUBST f

werkloosheidsuitkering

Arbeitslosengeld nt

werkloosheidsuitkering (na 1 jaar)

Arbeitslosenhilfe f

wer·ke·lijk·heid [wɛrkələkhɛit] SUBST f geen Pl

werkelijkheid

Wirklichkeit f

werkelijkheid

Realität f

werkelijkheid (de feiten)

Tatsachen f

de alledaagse werkelijkheid

der Alltag

in werkelijkheid

tatsächlich

in werkelijkheid

in Wirklichkeit [o. Wahrheit]

tot de werkelijkheid terugkeren

auf den Boden der Tatsachen zurückkehren

sma·ke·loos·heid <smakeloos|heden> [smakəloshɛɪt] SUBST f

smakeloosheid

Geschmacklosigkeit f

ar·ge·loos·heid [ɑrɣəloshɛit] SUBST f geen Pl

argeloosheid

Arglosigkeit f

argeloosheid

Vertrauensseligkeit f

re·de·loos·heid <redeloos|heden> [redəloshɛɪt] SUBST f

redeloosheid

Unvernunft f

redeloosheid

Torheit f form

zor·ge·loos·heid [zɔrɣəloshɛɪt] SUBST f geen Pl

zorgeloosheid

Sorglosigkeit f