Übersetzungen für „blootblad“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

bloot·heid [blothɛɪt] SUBST f geen Pl

blootheid

Blöße f

blootheid (naaktheid)

Nacktheit f

bloot·staan <stond bloot, h. blootgestaan> [blotstan] VERB intr

blootstaan

ausgesetzt sein

blootstaan aan weer en wind

Wind und Wetter Dat ausgesetzt sein

snert·blad <snertblad|en> [snɛrdblɑt] SUBST nt

snertblad

Käseblatt nt abw

mo·de·blad <modeblad|en> [modəblɑt] SUBST nt

modeblad

Modezeitschrift f

modeblad

Modeheft nt

avond·blad <avondblad|en> [avɔndblɑt] SUBST nt

avondblad

Abendblatt nt

avondblad

Abendzeitung f

bo·ven·blad <bovenblad|en> [bovə(n)blɑt] SUBST nt

1. bovenblad (tafel):

bovenblad

Tischplatte f

2. bovenblad muz.:

bovenblad

Decke f

stoot·blok <stootblok|ken> [stodblɔk] SUBST nt

stootblok

Prellbock m

bloot·ge·ven <gaf zich bloot, h. zich blootgegeven> [blotxevə(n)] VERB wk ww zich blootgeven

1. blootgeven (zich blootstellen aan gevaar):

blootgeven

sich aussetzen +Dat

2. blootgeven (zijn zwakheid laten blijken):

blootgeven

sich Dat eine Blöße geben

blootgeven

sich bloßstellen

bloot·stel·len <stelde bloot, h. blootgesteld> [blotstɛlə(n)] VERB trans

blootstellen

(sich) aussetzen

blootstellen (in sterkere mate)

(sich) preisgeben

aan de kou blootgesteld zijn

der Kälte ausgesetzt sein

zich aan een berisping blootstellen

eine Rüge riskieren

zich aan een berisping blootstellen

einen Tadel riskieren

bloots·hoofds [blotshofts] ADV

blootshoofds

barhäuptig

blootshoofds form

ohne Kopfbedeckung

bin·nen·blad <binnenblad|en> [bɪnə(n)blɑt] SUBST nt

binnenblad

Innenseite f