Übersetzungen für „boekstaven“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

boek·bin·den [buɡbɪndə(n)] SUBST nt geen Pl (werkwoord)

boekbinden

Bücher binden

boekbinden

Buchbinden nt kein Pl

boekbinden

Buchbinderei f

boek·hou·den¹ [bukhɑudə(n)] SUBST nt geen Pl

boekhouden

Buchführung f

boekhouden

Rechnungsführung f

boekhouden

Buchhaltung f

het dubbel boekhouden

die doppelte Buchführung

boek·band <boekband|en> [buɡbɑnt] SUBST m

boekband

Bucheinband m

boek·deel <boek|delen> [buɡdel] SUBST nt

boekdeel

Band m

zoiets spreekt boekdelen übtr

so etw spricht Bände

boe·ken·bon <boekenbon|nen> [bukə(n)bɔn] SUBST m

boekenbon

Büchergutschein m

boe·ken·rek <boekenrek|ken> [bukə(n)rɛk] SUBST nt

boekenrek

Bücherregal nt

boekenrek

Büchergestell nt

boek·han·del <boekhandel|s> [bukhɑndəl] SUBST m

1. boekhandel:

boekhandel (het uitgeven en verhandelen)

Buchhandel m

boekhandel (gezamenlijke boekproducenten)

Buchgewerbe nt

2. boekhandel (winkel, zaak):

boekhandel

Buchhandlung f

boekhandel

Buchladen m

boek·hou·der <boekhouder|s> [bukhɑudər] SUBST m

boekhouder

Buchhalter m

boek·win·kel <boekwinkel|s> [bukwɪŋkəl] SUBST m

boekwinkel

Buchhandlung f

boekwinkel

Buchladen m

boekwinkel

Buchgeschäft nt