Übersetzungen für „boerenkaas“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

boe·ren·kool <boeren|kolen> [burə(n)kol] SUBST f

boerenkool

Grünkohl m

boe·ren·kaf·fer SUBST m

boerenkaffer → boerenkinkel

Siehe auch: boerenkinkel

boe·ren·kin·kel <boerenkinkel|s> [burə(n)kɪŋkəl] SUBST m

boerenkinkel

Bauernlümmel m

boe·ren·stand [burə(n)stɑnt] SUBST m geen Pl

1. boerenstand (maatschappelijke staat):

boerenstand

Bauernstand m

2. boerenstand (de boeren):

boerenstand

Bauernschaft f

boe·ren·werk [burə(n)wɛrək] SUBST nt geen Pl

boerenwerk

Arbeit f in der Landwirtschaft

boerenwerk

Landarbeit f

boe·ren·bond <boerenbond|en> [burə(n)bɔnt] SUBST m

boerenbond

Bauernverband m

gei·ten·kaas [ɣɛitə(n)kas] SUBST m geen Pl

geitenkaas

Ziegenkäse m

boe·ren·knecht <boerenknecht|s, boerenknecht|en> [burə(n)knɛxt] SUBST m

boerenknecht

Bauernknecht m

boe·ren·kin·kel <boerenkinkel|s> [burə(n)kɪŋkəl] SUBST m

boerenkinkel

Bauernlümmel m

boe·ren·meis·je <boerenmeisje|s> [burəmɛɪʃə] SUBST nt

boerenmeisje

Bauernmädchen nt

boerenmeisje

Mädchen nt vom Land