Übersetzungen für „bollenstreek“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

len·den·streek SUBST f

lendenstreek → lende

Siehe auch: lende

len·de <lende|n, lende|nen> [lɛndə] SUBST f

1. lende (deel van de rug):

lende

Lende f

2. lende:

lende (dieren)

Lende f

lende (klein stuk)

Lendchen nt

pool·streek <pool|streken> [polstrek] SUBST f

poolstreek

Polarzone f

ploer·ten·streek <ploerten|streken> [plurtə(n)strek] SUBST f

ploertenstreek

Lumperei f

ploertenstreek

Schurkerei f

bol·len·kwe·ker <bollenkweker|s> [bɔlə(n)kwekər] SUBST m

bollenkweker

Blumenzwiebelzüchter m

mijn·streek <mijn|streken> [mɛinstrek] SUBST f

mijnstreek

Bergbaurevier nt

wijn·streek <wijn|streken> [wɛinstrek] SUBST f

wijnstreek

Weingegend f

rot·streek <rot|streken> [rɔtstrek] SUBST f

rotstreek

Hundsgemeinheit f ugs

land·streek <land|streken> [lɑntstrek] SUBST f

landstreek

Landstrich m

landstreek

Gegend f

boe·te·preek <boete|preken> [butəprek] SUBST f

1. boetepreek (rooms-katholiek):

boetepreek

Bußpredigt f

2. boetepreek (strafrede):

boetepreek

Strafpredigt f

boetepreek

Standpauke f ugs