Übersetzungen für „hulpverlenersvergunning“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ver·blijfs·ver·gun·ning <verblijfsvergunning|en> [vərblɛifsfərɣʏnɪŋ] SUBST f

verblijfsvergunning

Aufenthaltsgenehmigung f

hulp·ver·le·ning [hʏlpfərlenɪŋ] SUBST f geen Pl

1. hulpverlening (het verlenen van hulp):

hulpverlening

Hilfeleistung f

2. hulpverlening:

hulpverlening (geïnstitutionaliseerde zorg)

Fürsorge f

hulpverlening (materieel)

Sozialhilfe f

hulp·ver·leen·ster SUBST f

hulpverleenster weibliche Form von hulpverlener

Siehe auch: hulpverlener

hulp·ver·le·ner <hulpverlener|s> [hʏlpfərlenər] SUBST m

hulpverlener

Sozialarbeiter m

wa·pen·ver·gun·ning <wapenvergunning|en> [wapə(n)vərɣʏnɪŋ] SUBST f

wapenvergunning

Waffenschein m

hulp·ver·le·ner <hulpverlener|s> [hʏlpfərlenər] SUBST m

hulpverlener

Sozialarbeiter m

drank·ver·gun·ning <drankvergunning|en> [drɑŋkfərɣʏnɪŋ] SUBST f

drankvergunning

Schankkonzession f

werk·ver·gun·ning <werkvergunning|en> [wɛrkfərɣʏnɪŋ] SUBST f

werkvergunning

Arbeitserlaubnis f