Übersetzungen für „lichtgewonden“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

licht·ge·vend [lɪxtxevənt] ADJ

lichtgevend

leuchtend

lichtgevend

Leucht-

lichtgevend

leucht-

de lichtgevende letter

der Leuchtbuchstabe

de lichtgevende letter (mv. ook)

die Leuchtschrift

licht·ge·wicht¹ <lichtgewicht|en> [lɪxtxəwɪxt] SUBST m SPORT

lichtgewicht

Leichtgewichtler m

lichtgewicht

Leichtgewicht nt

licht·ge·lo·vig [lɪxtxəlovəx] ADJ

lichtgelovig

leichtgläubig

ge·won·den VERB

gewonden volt. deelw. van winden

Siehe auch: winden

win·den <wond, h. gewonden> [wɪndə(n)] VERB trans

1. winden (wikkelen):

winden

wickeln

winden

winden

een doekje om zijn vinger winden

sich Dat einen Lappen um den Finger wickeln

zich uit iets winden übtr

sich aus etw herauswinden

2. winden:

winden (met een lier verplaatsen)

winden

winden (ophijsen ook)

aufwinden

het anker winden

den Anker lichten

licht·ge·voe·lig [lɪxtxəvuləx] ADJ

lichtgevoelig

lichtempfindlich

op·ge·won·den <opgewonden, opgewondener, opgewondenst> [ɔpxəwɔndə(n)] ADJ

1. opgewonden (geestdriftig):

opgewonden

aufgeregt

opgewonden

erregt

opgewonden

aufgedreht ugs

2. opgewonden (wellustig):

opgewonden

erregt

opgewonden

geil ugs

licht·blond [lɪxtblɔnt] ADJ

lichtblond

hellblond

licht·bun·del <lichtbundel|s> [lɪxtbʏndəl] SUBST m

lichtbundel

Lichtbündel nt

lich·tend [lɪxtənt] ADJ

lichtend

leuchtend a. übtr

een lichtend voorbeeld

ein leuchtendes Beispiel [o. Vorbild]