Übersetzungen für „lipspieren“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

pa·ˈpie·ren [paˈpiːrən] ADJ

1. papieren:

papieren

papieren

papieren

van papier

2. papieren übtr:

papieren

dor

papieren

saai

papieren

droog

ga·lop·ˈpie·ren [galɔˈpiːrən] VERB intr

galoppieren

galopperen

in·spi·ˈzie·ren [-ˈ͜tsiːrən] VERB trans geh

inspizieren

inspecteren

inspizieren

controleren

ka·ˈpie·ren [kaˈpiːrən] VERB trans ugs

kapieren

snappen

kapieren

doorhebben

ko·ˈpie·ren [koˈpiːrən] VERB trans

1. kopieren (Abzüge machen, pausen):

kopieren FOTO, FILM

kopiëren

2. kopieren (Doppel herstellen):

kopieren

fotokopiëren

dü·ˈpie·ren [dyˈpiːrən] VERB trans geh

düpieren

misleiden

cam·ˈpie·ren [kamˈpiːrən] VERB intr A CH

campieren → campen

Siehe auch: campen

ˈcam·pen [ˈkɛmpn̩] VERB intr (zelten)

campen

kamperen

dra·ˈpie·ren [draˈpiːrən] VERB trans

1. drapieren:

drapieren

draperen

drapieren

in plooien leggen

2. drapieren:

drapieren

draperen

drapieren

versieren

kam·ˈpie·ren [kamˈpiːrən] VERB intr

kampieren

kamperen

kampieren

logeren

kre·ˈpie·ren [kreˈpiːrən] VERB intr

1. krepieren MILIT:

krepieren

exploderen

krepieren

(uiteen)springen

krepieren

ontploffen

2. krepieren vulg (zugrunde gehen):

krepieren

creperen

krepieren

verrekken

tou·ˈpie·ren [tuˈpiːrən] VERB trans (von Haaren)

toupieren

touperen

frap·ˈpie·ren [fraˈpiːrən] VERB trans

1. frappieren geh (überraschen):

frappieren

treffen

frappieren

frapperen

frappieren

verbazen

2. frappieren geh fachspr:

frappieren

frapperen

frappieren

in ijs zetten

frappieren

laten afkoelen

grup·ˈpie·ren¹ [grʊˈpiːrən] VERB trans

gruppieren

groeperen

gruppieren

groepen vormen

gruppieren

in [o. naar] groepen indelen

etw in Kapitel gruppieren

iets in hoofdstukken indelen

ok·ku·ˈpie·ren [-ˈpiːrən] VERB trans

okkupieren

occuperen

okkupieren

bezetten

okkupieren

bezit nemen van

re·zi·ˈpie·ren [re͜tsiˈpiːrən] VERB trans

1. rezipieren:

rezipieren

recipiëren

rezipieren

overnemen

2. rezipieren:

rezipieren

(in zich) opnemen

rezipieren

zich eigen maken

skal·ˈpie·ren VERB trans

skalpieren

scalperen