Übersetzungen für „middenspeler“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

mid·den·stan·der <middenstander|s> [mɪdə(n)stɑndər] SUBST m

middenstander (detailhandel)

(mittelständische(r)) Einzelhändler m

middenstander (ambacht)

(mittelständische(r)) Gewerbetreibende(r) m

mid·den·stem <middenstem|men> [mɪdə(n)stɛm] SUBST f muz.

middenstem

Mittelstimme f

pla·ten·spe·ler <platenspeler|s> [platə(n)spelər] SUBST m

platenspeler

Schallplattenspieler m

platenspeler

Plattenspieler m

te·gen·spe·ler <tegenspeler|s> [teɣə(n)spelər] SUBST m

tegenspeler

Gegenspieler m

mid·den·ka·der [mɪdə(n)kadər] SUBST nt geen Pl

middenkader

mittlere(r) Kader m

middenkader

mittlere(r) Dienst m

mid·den·stuk <middenstuk|ken> [mɪdə(n)stʏk] SUBST nt

middenstuk

Mittelstück nt

mid·den·schip [mɪdə(n)sxɪp] SUBST nt geen Pl bouww.

middenschip

Mittelschiff nt

mid·den·school <midden|scholen> [mɪdə(n)sxol] SUBST f

middenschool

≈ (integrierte) Gesamtschule f

mid·den·stand [mɪdə(n)stɑnt] SUBST m geen Pl

1. middenstand (zelfstandige ondernemers):

middenstand

(gewerbliche(r)) Mittelstand m

2. middenstand (stand in het midden):

middenstand

mittlere(r) Stand m

mid·den·strook <midden|stroken> [mɪdə(n)strok] SUBST f

middenstrook

mittlere Fahrbahn f

mid·den·oor <midden|oren> [mɪdə(n)or] SUBST nt

middenoor

Mittelohr nt

mid·den·weg [mɪdə(n)wɛx] SUBST m geen Pl

de gulden middenweg bewandelen

den goldenen Mittelweg einschlagen

mid·den·berm <middenberm|en> [mɪdə(n)bɛrm] SUBST m

middenberm

Grünstreifen m

middenberm

Mittelstreifen m

mid·den·door [mɪdə(n)dor] ADV

middendoor

mittendurch

mid·den·cir·kel <middencirkel|s> [mɪdə(n)sɪrkəl] SUBST m

middencirkel

Mittelkreis m