Übersetzungen für „tafelschuimer“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

zee·schui·mer <zeeschuimer|s> [zesxœymər] SUBST m

zeeschuimer

Seeräuber m

zeeschuimer

Pirat m

af·schui·men <schuimde af, h. afgeschuimd> [ɑfsxœymə(n)] VERB trans

afschuimen (schuim)

abschäumen

afschuimen (andere stoffen)

abschöpfen

het vet van de soep afschuimen

das Fett von der Suppe abschöpfen

de stad afschuimen übtr

die Stadt abklappern

ta·fel·ser·vies <tafel|serviezen> [tafəlsɛrvis] SUBST nt

tafelservies

Tafelservice nt

ta·fel·heer <tafel|heren> [tafəlher] SUBST m

tafelheer

Tischherr m