Übersetzungen für „treinontsporing“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ont·spo·ring <ontsporing|en> [ɔntsporɪŋ] SUBST f

ontsporing

Entgleisung f

na·spo·ring [nasporɪŋ]

nasporing → naspeuring

Siehe auch: naspeuring

na·speu·ring <naspeuring|en> [naspørɪŋ] SUBST f

naspeuring

Nachforschungen Pl

naspeuring jur.

Ermittlung f

naspeuring doen

Nachforschungen anstellen

op·spo·ring <opsporing|en> [ɔpsporɪŋ] SUBST f (van een persoon)

opsporing

Fahndung f

de opsporing van een vermiste

die Fahndung nach einem Vermissten

aan·spo·ring <aansporing|en> [ansporɪŋ] SUBST f

aansporing

Ansporn m

ont·spo·ren <ontspoorde, i. ontspoord> [ɔntsporə(n)] VERB intr ook übtr

ontsporen

entgleisen

spon·so·ring [spɔnsɔrɪŋ] SUBST f geen Pl

sponsoring

Sponsorschaft f