Übersetzungen für „voortduring“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

voort·du·ren <duurde voort, h. voortgeduurd> [vordyrə(n)] VERB intr

voortduren

(an)dauern

voortduren

fort)dauern

voortduren

(fort)währen form

voort·du·rend [vordyrənt] ADJ

voortdurend

ständig

voortdurend

(an)dauernd

voortdurend

fortwährend

een voortdurend komen en gaan

ein ständiges Kommen und Gehen

de productie neemt voortdurend toe

die Produktion nimmt ständig zu

voort·du·wen <duwde voort, h. voortgeduwd> [vordywə(n)] VERB trans

voortduwen (verder)

weiterschieben

voortduwen (voorwaarts)

vorwärtsschieben