Übersetzungen für „weersverwachting“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

le·vens·ver·wach·ting [levənsfərwɑxtɪŋ] SUBST f geen Pl

1. levensverwachting (wat men van het leven verwacht):

levensverwachting

ins Leben gesetzte Erwartung f

2. levensverwachting (duur):

levensverwachting

Lebenserwartung f

ver·wach·ting <verwachting|en> [vərwɑxtɪŋ] SUBST f

verwachting

Erwartung f

verwachting (hoopvolle verwachting)

Hoffnung f

niet aan de verwachting beantwoorden

hinter den Erwartungen zurückbleiben

buiten verwachting

über Erwarten

hoge verwachtingen omtrent [o. van] iem/iets hebben

große Hoffnungen auf jdn/etw setzen

hooggespannen verwachtingen

hochgespannte Erwartungen

in verwachting zijn

in anderen Umständen sein

in verwachting zijn

schwanger sein

in verwachting raken

in andere Umstände kommen

in verwachting raken

schwanger werden

bij iem verwachtingen wekken

jdm Hoffnungen machen

doods·ver·ach·ting [dotsfərɑxtɪŋ] SUBST f geen Pl

doodsverachting

Todesverachtung f

ver·ach·ting [vərɑxtɪŋ] SUBST f geen Pl

verachting

Verachtung f

weer·over·zicht <weeroverzicht|en> [werovərzɪxt] SUBST nt

weeroverzicht

Wetterbericht m

over·nach·ting <overnachting|en> [ovərnɑxtɪŋ] SUBST f

overnachting

Übernachtung f

ver·krach·ting <verkrachting|en> [vərkrɑxtɪŋ] SUBST f

verkrachting

Vergewaltigung f

verkrachting jur.

Notzucht f

verkrachting (recht, wet)

Beugung f

ver·zach·ting <verzachting|en> [vərzɑxtɪŋ] SUBST f

verzachting

Milderung f

verzachting (van pijn, nood e.d.)

Linderung f

weers·voor·spel·ling <weersvoorspelling|en> [wersforspɛlɪŋ] SUBST f

weersvoorspelling

Wettervorhersage f

weersvoorspelling

Wettervoraussage f