Übersetzungen für „adressering“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ad·res·ˈsie·ren [adrɛˈsiːrən] VERB trans

adressieren

adresseren

ˈMat·jes·he·ring [ˈmatjəsheːrɪŋ] SUBST m

Matjeshering

maatjesharing

ˈJah·res·ring SUBST m meist Pl BOT

Jahresring

jaarring

Ad·ˈres·se <Adresse, Adressen> [aˈdrɛsə] SUBST f

1. Adresse (Anschrift):

Adresse

adres nt

diese Beleidigung geht wohl an die Adresse meines Bruders

die belediging zal wel voor mijn broer bestemd zijn

bei jdm an die falsche Adresse geraten [o. kommen] ugs

bij iem aan het verkeerde adres zijn

per Adresse

per adres

bei jdm an die richtige Adresse geraten [o. kommen] ugs

bij iem aan het juiste adres zijn

bei jdm an die verkehrte Adresse geraten [o. kommen] ugs

bij iem aan het verkeerde adres zijn

2. Adresse (Erklärung):

eine Adresse verlesen

een verklaring voorlezen

3. Adresse (Bittschrift):

eine Adresse einreichen

een verzoekschrift indienen

4. Adresse COMPUT (Kennzeichen für einen Speicherplatz einer Datei):

Adresse

adres nt

ˈBrat·he·ring SUBST m

Brathering

panharing

ˈPö·kel·he·ring SUBST m

Pökelhering

pekelharing

Pökelhering

zoute haring

Fres·se·ˈrei <Fresserei, Fressereien> [frɛsəˈr͜ai ] SUBST f

1. Fresserei vulg abw:

Fresserei

(vr)eterij

Fresserei

vreetpartij

Fresserei

gelag nt

2. Fresserei vulg abw kein Pl:

Fresserei

gevreet

er·ˈpres·se·risch [ɛɐ̯ˈprɛsərɪʃ] ADJ

erpresserisch

afpersings-

erpresserisch

chantage-