Übersetzungen für „beklimming“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

be·ˈklom·men [bəˈklɔmən] ADJ

beklommen

benauwd

beklommen

gedrukt

beklommen

bedrukt

beklommen

benepen

Be·ˈklem·mung <Beklemmung, Beklemmungen> [bəˈklɛmʊŋ] SUBST f

Beklemmung

beklemming

Beklemmung

benauwdheid

ˈLem·ming <Lemmings, Lemminge> [ˈlɛmɪŋ] SUBST m ZOOL

Lemming

lemming

be·ˈkla·gen² [bəˈklaːgn̩] VERB refl

beklagen

klagen

beklagen

zich beklagen

beklagen

zijn beklag doen

be·ˈklau·en VERB trans ugs

beklauen

bestelen

be·ˈklei·den VERB trans

bekleiden

bekleden

Be·ˈklei·dung <Bekleidung, Bekleidungen> SUBST f

Bekleidung

kleding

Bekleidung (eines Amtes)

bekleding

ˈKlimm·zug SUBST m SPORT

Klimmzug (z. B. an der Reckstange)

het zich optrekken

Ge·ˈklim·per <Geklimpers> [gəˈklɪmpɐ] SUBST nt kein Pl

1. Geklimper abw ugs (auf dem Klavier):

Geklimper

getingel

2. Geklimper abw (mit Saiteninstrument):

Geklimper

getokkel

be·ˈknien [bəˈkniːən] VERB trans ugs

beknien

smeken

beknien

een knieval doen voor