Niederländisch » Deutsch

open·draai·en <draaide open, h. opengedraaid> [opə(n)drajə(n)] VERB trans (openen)

in·dra·gen <droeg in, h. ingedragen> [ɪndraɣə(n)] VERB trans

aan·dra·gen <droeg aan, h. aangedragen> [andraɣə(n)] VERB trans

in·draai·en1 <draaide in, h. ingedraaid> [ɪndrajə(n)] VERB trans

1. indraaien (door draaien in iets brengen):

aan·draai·en <draaide aan, h. aangedraaid> [andrajə(n)] VERB trans

1. aandraaien (vaster draaien):

2. aandraaien (in werking zetten):

ba·cil·len·dra·ger <bacillendrager|s> [bɑsɪlə(n)draɣər] SUBST m


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski