Übersetzungen für „Bundeslade“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

bun·de·len <bundelde, h. gebundeld> [bʏndələ(n)] VERB trans

bundelen

bündeln

bundelen (gedichten)

sammeln

alle krachten in één partij bundelen übtr

alle Kräfte in einer Partei vereinen

stralen bundelen

Strahlen bündeln

bun·del <bundel|s> [bʏndəl] SUBST m

1. bundel:

bundel (bos)

Bündel nt

bundel (stro)

Bund nt

bundel (stapel)

Packen m

zijn bundeltje pakken

seine Siebensachen packen und gehen

zijn bundeltje pakken

sein Bündel schnüren

2. bundel:

bundel (boekje)

Band m

bundel (verzamelde werken)

Sammelband m

een bundel gedichten uitgeven

einen Gedichtband herausgeben

3. bundel wisk.:

bundel

Bündel nt

hu·za·ren·sa·la·de <huzaren|salades> [hyzarə(n)saladə] SUBST f

huzarensalade

Husarensalat m

fu·sil·la·de <fusillade|s> [fyzijadə] SUBST f mil.

fusillade

Füsillade f

mar·me·la·de <marmelade|s, marmelade|n> [mɑrməladə] SUBST f

marmelade

Marmelade f

ga·de·slaan <sloeg gade, h. gadegeslagen> [ɣadəslan] VERB trans

1. gadeslaan (observeren):

gadeslaan

beobachten

iem bij zijn werk gadeslaan

jdm bei der Arbeit zuschauen

2. gadeslaan (aandachtig de ontwikkeling volgen van):

gadeslaan

beobachten

gadeslaan

verfolgen

3. gadeslaan (in het oog houden):

gadeslaan

achten auf +Akk

gadeslaan

achtgeben auf +Akk

ge·na·de·slag <genadeslag|en> [ɣənadəslɑx] SUBST m ook übtr

genadeslag

Gnadenstoß m

bal·la·de <ballade|n, ballade|s> [bɑladə] SUBST f

ballade

Ballade f

bun·ge·len <bungelde, h. gebungeld> [bʏŋələ(n)] VERB intr

bungelen

baumeln

bungelen

pendeln

bungelen (van kinderen)

hampeln

aan de galg bungelen

am Galgen baumeln

hij bungelde er maar wat bij

er gehörte nicht recht dazu