Übersetzungen für „Dienstälteste“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

dienst·au·to <dienstauto|'s> [dinstɑuto, dinstoto] SUBST m

dienstauto

Dienstwagen m

dienst·meis·je <dienstmeisje|s> [dinstmɛiʃə] SUBST nt

dienstmeisje

Dienstmädchen nt

dienstmeisje (moderner)

Hausangestellte f

dienst·plicht [dinstplɪxt] SUBST f geen Pl

dienstplicht

Dienstpflicht f

dienstplicht gesch.

Wehrpflicht f

de vervangende dienstplicht

der Zivildienst

zijn dienstplicht vervullen

seinen Wehrdienst ableisten

dienst·plich·tig [dinstplɪxtəx] ADJ

dienstplichtig

dienstpflichtig

dienstplichtig gesch.

wehrpflichtig

dien·ster <dienster|s> [dinstər] SUBST f

dienster

Serviererin f

dienster

Kellnerin f

dienst·tijd [dinstɛit] SUBST m geen Pl

1. diensttijd (tijd gedurende welke men dient):

diensttijd

Dienstzeit f

diensttijd gesch.

Militärzeit f

2. diensttijd (arbeidsjaren nodig voor ambtelijk pensioen):

diensttijd

Dienstjahre Pl

dienst·doen <deed dienst, h. dienstgedaan> [dinsdun] VERB intr

dienstdoen als (gebruikt worden)

dienen [o. fungieren] als

dienstdoen als (van nut zijn)

dienen zu [o. als]

dienst·doend [dinzdunt] ADJ

dienstdoend

Dienst habend

dienst·ge·heim <dienstgeheim|en> [dinstxəhɛim] SUBST nt

dienstgeheim

Dienstgeheimnis nt

dienstgeheim

Amtsgeheimnis nt

dienst·knecht <dienstknecht|en> [dinstknɛxt] SUBST m

dienstknecht

Diener m

dienst·kle·ding [dinstkledɪŋ] SUBST f geen Pl

dienstkleding

Dienstkleidung f

dienst·klop·per <dienstklopper|s> [dinstklɔpər] SUBST m ugs

dienstklopper

Paragrafenreiter m

dienstklopper mil.

Kommisshengst m