Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „Knopflöchern“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

kno·pen: Verb
knop·pen: Verb
knof·look: Nomen
po·che·ren: Verb
knok·ploeg: Nomen

Meintest du vielleicht: knokploeg , pocheren , knoflook , knoppen und knopen

kno·pen <knoopte, h. geknoopt> [knopə(n)] VERB trans

1. knopen (vastmaken, een knoop leggen in):

twee touwen aan elkaar knopen

zwei Stricke aneinanderknoten

een band om de arm knopen

ein Band um den Arm binden

een das knopen

eine Krawatte binden

knoop dat maar in je oren übtr

schreib dir das mal hinter die Ohren

2. knopen (vervaardigen door knopen te leggen):

een net knopen

ein Netz knüpfen

3. knopen (sluiten):

knop·pen <knopte, h. geknopt> [knɔpə(n)] VERB intr

Knospen ansetzen

knof·look [knɔflok] SUBST nt of m geen Pl

een teentje knoflook

eine Knoblauchzehe

po·che·ren <pocheerde, h. gepocheerd> [pɔʃerə(n)] VERB trans

knok·ploeg <knokploeg|en> [knɔkplux] SUBST f

Schlägerbande f

Schlägertrupp m

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski