Übersetzungen für „type“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ty·pe <type|n, type|s> [tipə] SUBST nt of m of f

1. type (persoon):

type

Typ m ugs

type

Type f ugs

hij is een type hoor! (pregnant)

er ist ein komischer Kauz

hij is het type van een leraar

er ist ein typischer Lehrer

hij is mijn type niet

er ist nicht mein Typ

een raar type

eine komische Type ugs

2. type (model):

type

Typ m

type

Modell nt

een auto van het type …

ein Auto vom Typ …

verschillende typen van stofzuigers

verschiedene Typen von Staubsaugern

3. type (grondvorm):

type

Typ m

4. type (drukletter):

type

Type f

Beispielsätze für type

wat voor een type?

was für ein Typ?

een huiselijk type

ein häuslicher Typ

een wuft type

ein flatterhafter Typ

een raar type

eine komische Type ugs

het gestandaardiseerde type

der Standardtyp

een plakkerig type übtr

eine Klette

een auto van het type …

ein Auto vom Typ …

hij is een type hoor! (pregnant)

er ist ein komischer Kauz

hij is mijn type niet

er ist nicht mein Typ

qua type op elkaar lijken

sich vom Typ her ähnlich sein

hij is het type van een leraar

er ist ein typischer Lehrer