Übersetzungen für „Verkehrsunglück“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

ver·keers·on·ge·val <verkeersongeval|len> [vərkersɔŋɣəvɑl] SUBST nt

verkeersongeval

Verkehrsunfall m

ver·ke·ring <verkering|en> [vərkerɪŋ] SUBST f

verkering

feste Beziehung f

(vaste) verkering hebben

einen (festen) Freund [o. eine (feste) Freundin] haben

ver·keers·licht <verkeerslicht|en> [vərkerslɪxt] SUBST nt

verkeerslicht

Ampel f

verkeerslicht

Verkehrsampel f

het verkeerslicht springt op groen

die Ampel springt auf Grün

het verkeerslicht staat op oranje

die Ampel steht auf Gelb

de verkeerslichten werken niet

die Ampeln sind außer Betrieb

ver·keers·plein <verkeersplein|en> [vərkersplɛin] SUBST nt

verkeersplein

Verkehrskreisel m

verkeersplein

Kreisel m

verkeersplein (van autosnelwegen)

Autobahnkreuz nt

ver·keers·re·gel <verkeersregel|s> [vərkersreɣəl] SUBST m

verkeersregel

Verkehrsvorschrift f