Übersetzungen für „Verstuikte“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ver·stui·ken <verstuikte, h. verstuikt> [vərstœykə(n)] VERB trans

verstuiken

sich Dat verstauchen

ik heb mijn voet verstuikt

ich habe mir den Fuß verstaucht

ver·stui·ver <verstuiver|s> [vərstœyvər] SUBST m

verstuiver

Zerstäuber m

ver·stui·ven¹ <verstoof, i. verstoven> [vərstœyvə(n)] VERB intr (stuivend uiteengaan)

verstuiven

zerstieben

verstuiven

auseinanderstieben

ver·stokt <verstokte, verstokter, verstoktst> [vərstɔkt] ADJ

verstokt

verstockt

verstokt

eingefleischt

een verstokte vrijgezel

ein eingefleischter Junggeselle

ver·stik·ken¹ <verstikte, h. verstikt> [vərstɪkə(n)] VERB trans

verstikken

ersticken