Übersetzungen für Werkstätte im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

werk·stu·den·te SUBST f

werkstudente weibliche Form von werkstudent

Siehe auch: werkstudent

werk·stu·dent <werkstudent|en> [wɛrkstydɛnt] SUBST m

werkstudent

Werkstudent m

werk·ster <werkster|s> [wɛrkstər] SUBST f

1. werkster (zij die werkt):

werkster

Arbeiterin f

een sociaal/maatschappelijk werkster

eine Sozialarbeiterin/Wohlfahrtspflegerin

2. werkster (schoonmaakster):

werkster

Putzfrau f

werkster

Rein(e)machefrau f

werkster

Raumpflegerin f

ik krijg vandaag de werkster

heute kommt meine Putzfrau

werk·stuk <werkstuk|ken> [wɛrkstʏk] SUBST nt

1. werkstuk (vervaardigd voorwerp):

werkstuk

Arbeit f

gezamenlijk werkstuk

Gemeinschaftsarbeit f

werkstuk van metaal

Metallarbeit f

2. werkstuk (opgave):

werkstuk

Aufgabe f

3. werkstuk (scriptie):

werkstuk

Arbeit f

werkstuk voor het examen

Examensarbeit f

werk·straf <werkstraf|fen> [wɛrəkstrɑf] SUBST f

werkstraf

soziale Dienstleistung als Ersatz für eine Freiheitsstrafe